ECLI:NL:HR:2008:BG2196
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Cassatie over teruggave van inbeslaggenomen goederen in het kader van strafvervolging
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 december 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de teruggave van inbeslaggenomen goederen. De klager, die gedetineerd was in de Penitentiaire Inrichting 'Noord-Holland Noord' te Zwaag, had een klaagschrift ingediend tegen de beslissing van de Rechtbank te Amsterdam van 22 juni 2007, waarin de rechtbank had geoordeeld dat het belang van de strafvordering zich verzet tegen teruggave van de inbeslaggenomen goederen. De klager stelde dat de goederen hem toebehoren, een persoonlijke waarde vertegenwoordigen en dat de inbeslagname geen strafvorderlijk doel diende. De officier van justitie daarentegen voerde aan dat de teruggave van de goederen het strafvorderlijk belang zou schaden, aangezien de goederen mogelijk van belang zijn voor zowel de strafvervolging in de Verenigde Staten als de voortzetting van de strafvervolging in Nederland.
De Hoge Raad oordeelde dat de Rechtbank terecht had geoordeeld dat het belang van de strafvordering zich verzet tegen teruggave van de inbeslaggenomen goederen. De Hoge Raad concludeerde dat de inbeslaggenomen goederen van belang kunnen zijn voor de strafvervolging in zowel Nederland als de Verenigde Staten. Het oordeel van de Rechtbank werd niet als onjuist of onbegrijpelijk beschouwd, en de Hoge Raad vond dat er geen verdere motivering nodig was voor deze beslissing. De Hoge Raad verwierp het beroep van de klager, waarmee de beslissing van de Rechtbank in stand bleef.