ECLI:NL:HR:2008:BG1891
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling in het kader van de Wet schuldsanering natuurlijke personen
In deze zaak heeft verzoekster, wonende te Nieuw Vennep, op 12 november 2007 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Haarlem met het verzoek om toepassing van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft op 15 januari 2008 dit verzoek afgewezen. Verzoekster heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. Na een mondelinge behandeling heeft het hof op 1 juli 2008 het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. Tegen deze beslissing heeft verzoekster cassatie ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 19 december 2008 het beroep in cassatie verworpen. De raadsheren hebben geoordeeld dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekte tot verwerping van het beroep, wat door de Hoge Raad is overgenomen. Het arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann, waarbij de andere raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven en W.A.M. van Schendel betrokken waren.