ECLI:NL:HR:2008:BG1891

Hoge Raad

Datum uitspraak
19 december 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/02947
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling in het kader van de Wet schuldsanering natuurlijke personen

In deze zaak heeft verzoekster, wonende te Nieuw Vennep, op 12 november 2007 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Haarlem met het verzoek om toepassing van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft op 15 januari 2008 dit verzoek afgewezen. Verzoekster heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. Na een mondelinge behandeling heeft het hof op 1 juli 2008 het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. Tegen deze beslissing heeft verzoekster cassatie ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden.

De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 19 december 2008 het beroep in cassatie verworpen. De raadsheren hebben geoordeeld dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekte tot verwerping van het beroep, wat door de Hoge Raad is overgenomen. Het arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann, waarbij de andere raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven en W.A.M. van Schendel betrokken waren.

Uitspraak

19 december 2008
Eerste Kamer
08/02947
RM/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Verzoekster],
wonende te Nieuw Vennep,
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. W. Römelingh.
Verzoekster tot cassatie zal hierna worden aangeduid als [verzoekster].
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 12 november 2007 ter griffie van de rechtbank Haarlem ingekomen verzoekschrift heeft [verzoekster] zich gewend tot die rechtbank en verzocht ten aanzien van haar de toepassing van de schuldsaneringsregeling uit te spreken.
De rechtbank heeft bij vonnis van 15 januari 2008 het verzoek afgewezen.
Tegen dit vonnis heeft [verzoekster] hoger beroep
ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.
Na mondelinge behandeling heeft het hof bij arrest van 1 juli 2008 het vonnis van de rechtbank bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [verzoekster] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en W.A.M. van Schendel, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 19 december 2008.