ECLI:NL:HR:2008:BG1816
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Executoriaal beslag op onroerende zaken van belastingschuldige en echtgenote; beslag op aandeel van deelgenoot
In deze zaak hebben eisers, [eiser 1] en [eiseres 2], de Ontvanger van de Belastingdienst Rijnmond in kort geding gedagvaard. Zij vorderden onder andere de opheffing van alle door de Ontvanger gelegde beslagen in verband met voorlopige aanslagen inkomstenbelasting over de jaren 2002 en 2003. De voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam heeft op 3 maart 2006 de vorderingen van eisers afgewezen. Hierop hebben eisers hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat bij eindarrest van 8 februari 2007 het vonnis van de voorzieningenrechter heeft bekrachtigd. Tegen deze arresten hebben eisers cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 19 december 2008 geoordeeld dat de Ontvanger slechts het aandeel van [eiser 1] in de onroerende zaken kon en mocht beslag leggen, en niet het aandeel van [eiseres 2]. De Hoge Raad vernietigt de arresten van het gerechtshof en verwijst de zaak naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelt dat de betekening van het proces-verbaal van inbeslagneming aan [eiseres 2] niet vereist was, omdat zij niet de belastingschuldige is. De kosten van het geding in cassatie worden aan de zijde van eisers begroot op € 452,03 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris.