ECLI:NL:HR:2008:BG1691

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 december 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/12127
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • F.H. Koster
  • A.J.A. van Dorst
  • J.W. Ilsink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid in cassatie wegens niet indienen van middelen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 december 2008 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van een verdachte tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. Het arrest van het Gerechtshof dateert van 20 juli 2007 en betreft de strafzaak met nummer 23/002106-06. De verdachte, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] en wonende te [woonplaats], heeft zelf het beroep in cassatie ingesteld. Echter, er zijn geen middelen van cassatie voorgesteld namens de verdachte. De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de verdachte niet-ontvankelijk zal verklaren in het beroep.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de verdachte niet binnen de wettelijk gestelde termijn een schriftuur met middelen van cassatie heeft ingediend, zoals vereist door artikel 437, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. Dit voorschrift is niet nageleefd, waardoor de Hoge Raad oordeelt dat de verdachte niet kan worden ontvangen in het beroep. De Hoge Raad heeft derhalve de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het beroep.

Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, samen met de vice-president A.J.A. van Dorst en raadsheer J.W. Ilsink. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de waarnemend griffier J.D.M. Hart.

Uitspraak

9 december 2008
Strafkamer
Nr. 07/12127
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 20 juli 2007, nummer 23/002106-06, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum], wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Middelen van cassatie zijn namens deze niet voorgesteld.
De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de verdachte niet-ontvankelijk zal verklaren in het beroep.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
Nu de verdachte niet binnen de bij de wet gestelde termijn bij de Hoge Raad door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie heeft doen indienen, is niet in acht genomen het voorschrift van art. 437, tweede lid, Sv, zodat de verdachte in het beroep niet kan worden ontvangen.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, de vice-president A.J.A. van Dorst en de raadsheer J.W. Ilsink, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 9 december 2008.