ECLI:NL:HR:2008:BG1682
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- W.A.M. van Schendel
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot verlenging van surseance van betaling en intrekking daarvan in faillissementsrecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 december 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de surseance van betaling van een schuldenaar, aangeduid als [verzoeker]. De rechtbank 's-Gravenhage had op 14 september 2006 surseance van betaling verleend voor anderhalf jaar, met benoeming van mr. E. Rabbie als rechter-commissaris en mr. F.J.H. Somers als bewindvoerder. Op verzoek van de bewindvoerder werd de surseance beëindigd bij vonnis van 3 januari 2008, waarbij [verzoeker] tevens in staat van faillissement werd verklaard. Mr. Somers werd aangesteld als curator en mr. J.J. van der Helm als rechter-commissaris. Tegen dit vonnis heeft [verzoeker] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 31 januari 2008 het vonnis bekrachtigde.
In cassatie heeft [verzoeker] aangevoerd dat het hof eerst het verzoek tot verlenging van de surseance had moeten behandelen voordat het verzoek tot intrekking werd behandeld. De Hoge Raad oordeelde dat het de rechter vrijstaat om de geschilpunten in de volgorde te behandelen die hem het meest aangewezen lijkt. De Hoge Raad bevestigde dat de criteria voor het intrekken van de surseance en het verlengen ervan in wezen gelijk zijn, en dat het hof terecht heeft geoordeeld dat het vooruitzicht op voldoening aan de schuldeisers niet meer bestond.
De conclusie van de Advocaat-Generaal D.W.F. Verkade strekte tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad heeft dit advies gevolgd. De overige klachten van [verzoeker] werden niet gegrond bevonden, en de Hoge Raad heeft het beroep verworpen. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.