ECLI:NL:HR:2008:BG1649

Hoge Raad

Datum uitspraak
2 december 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/11142
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • F.H. Koster
  • J.P. Balkema
  • W.M.E. Thomassen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof 's-Hertogenbosch inzake bewijsklacht

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 27 november 2006 uitspraak deed in een strafzaak. De verdachte, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] en wonende te [woonplaats], heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. F.L.L. Vermeeren. De advocaat heeft middelen van cassatie voorgesteld, die aan het arrest zijn gehecht. De waarnemend Advocaat-Generaal, Bleichrodt, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft het schriftelijk commentaar van de raadsman op de conclusie van de waarnemend Advocaat-Generaal in overweging genomen. De beoordeling van de middelen heeft plaatsgevonden, waarbij de Hoge Raad heeft vastgesteld dat de voorgestelde middelen niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO), dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, samen met de raadsheren J.P. Balkema en W.M.E. Thomassen, en is uitgesproken op 2 december 2008. De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de toepassing van bewijsklachten in het strafrecht en de rol van de Hoge Raad in cassatieprocedures.

Uitspraak

2 december 2008
Strafkamer
Nr. 07/11142
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 27 november 2006, nummer 20/010627-05, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum], wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
1.1. Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. F.L.L. Vermeeren, advocaat te 's-Hertogenbosch, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De waarnemend Advocaat-Generaal Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
1.2. De Hoge Raad heeft kennisgenomen van het schriftelijk commentaar van de raadsman op de conclusie van de waarnemend Advocaat-Generaal.
2. Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en W.M.E. Thomassen, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 2 december 2008.