ECLI:NL:HR:2008:BG1237
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- O. de Savornin Lohman
- F.B. Bakels
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige overheidsdaad in geschil tussen varkenshouder en Staat over registratie varkensrechten
In deze zaak gaat het om een geschil tussen varkenshouders en de Staat der Nederlanden over de registratie van varkensrechten in het kader van de Wet herstructurering varkenshouderij. De eisers, bestaande uit drie varkenshouders, hebben de Staat gedagvaard omdat zij van mening zijn dat de Staat onrechtmatig heeft gehandeld door te weigeren hun varkensrechten te registreren. De eisers vorderden onder andere dat de Staat hen zou veroordelen tot registratie van de varkensrechten en dat de Staat hen zou vergoeden voor de schade die zij hebben geleden door de weigering van registratie.
De rechtbank 's-Gravenhage heeft op 22 mei 2002 de eisers niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen. Hierop hebben de eisers hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage. Het hof heeft op 21 december 2006 het vonnis van de rechtbank vernietigd, maar heeft de eisers in hun primaire vorderingen opnieuw niet-ontvankelijk verklaard en de subsidiaire vorderingen afgewezen. Dit leidde tot een cassatieprocedure bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft op 19 december 2008 het beroep in cassatie verworpen. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van de eisers niet tot cassatie konden leiden en dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft de eisers ook veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 371,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.