ECLI:NL:HR:2008:BG1212
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- O. de Savornin Lohman
- F.B. Bakels
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling op grond van niet te goeder trouw ontstaan van schulden
In deze zaak heeft verzoeker, wonende te [woonplaats], op 27 juni 2007 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank te 's-Gravenhage met het verzoek om toepassing van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft dit verzoek op 3 oktober 2007 afgewezen. Verzoeker heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 31 januari 2008 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen deze beslissing heeft verzoeker cassatie ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 5 december 2008 geoordeeld dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De conclusie van de Advocaat-Generaal D.W.F. Verkade was dat het beroep verworpen moest worden. De Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd en het beroep verworpen, waarmee de eerdere uitspraken van de rechtbank en het gerechtshof in stand zijn gebleven. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann, en is daarmee definitief.