ECLI:NL:HR:2008:BG1115
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen dwangbevel tot invordering van verbeurde dwangsommen door gemeente
In deze zaak heeft eiseres, wonende te Leiden, de gemeente Leiden gedagvaard voor de rechtbank 's-Gravenhage. Eiseres vorderde de vernietiging van een besluit waarbij haar een dwangsom van € 15.000,-- was opgelegd, en subsidiair de matiging van het bedrag. De gemeente heeft de vorderingen bestreden. De rechtbank heeft op 23 juli 2003 het verzet ongegrond verklaard en de vorderingen afgewezen. Eiseres heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage. Na een tussenarrest op 24 november 2005 heeft het hof op 30 november 2006 het vonnis van de rechtbank vernietigd en het verzet tegen het dwangbevel van 17 september 2002 gegrond verklaard voor een deel, waarbij het dwangbevel voor een bedrag van € 5.000,-- buiten effect werd gesteld. Het verzet tegen het dwangbevel voor het overige werd ongegrond verklaard. Eiseres heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen het eindarrest van het hof, waarbij de cassatiedagvaarding aan het arrest is gehecht. De gemeente is niet verschenen in cassatie. De zaak is door de advocaat van eiseres toegelicht. De Advocaat-Generaal L.A.D. Keus heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eiseres in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, tot op deze uitspraak aan de zijde van de gemeente begroot op nihil. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden, en dat dit geen nadere motivering behoeft, gezien artikel 81 RO.