ECLI:NL:HR:2008:BF8874
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- O. de Savornin Lohman
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie over schadevergoeding uit dealerovereenkomst
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure die is ingesteld door Poggenpohl Nederland B.V. tegen een arrest van het gerechtshof te Arnhem. De zaak betreft een schadevergoeding wegens wanprestatie uit een dealerovereenkomst. De verweerster heeft Poggenpohl gedagvaard voor de rechtbank Arnhem en vorderde een schadevergoeding van € 117.661, met rente en kosten. De rechtbank heeft in een eindvonnis van 31 augustus 2005 Poggenpohl veroordeeld tot betaling van € 10.000. Poggenpohl heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, waarna het gerechtshof op 19 december 2006 het eindvonnis heeft vernietigd en Poggenpohl heeft veroordeeld tot betaling van € 60.844,80. Poggenpohl heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest van het hof.
De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier, die strekte tot verwerping van het beroep, in overweging genomen. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van Poggenpohl en veroordeelt hen in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerster zijn begroot op € 1.896,34 aan verschotten en € 2.200 voor salaris. Dit arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein, O. de Savornin Lohman en F.B. Bakels, en openbaar uitgesproken door raadsheer F.B. Bakels op 28 november 2008.