ECLI:NL:HR:2008:BF7412
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- E.J. Numann
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van partneralimentatie na echtscheiding en behoeftigheid onderhoudsgerechtigde
In deze zaak gaat het om een geschil tussen voormalige echtelieden over de partneralimentatie na hun echtscheiding. De man, die in 1998 met de vrouw in algehele gemeenschap van goederen is gehuwd, heeft na de ontbinding van het huwelijk op 18 januari 2006 verzocht om een bijdrage in de kosten van zijn levensonderhoud van € 750 per maand. De rechtbank Leeuwarden heeft dit verzoek op 12 april 2006 afgewezen, waarna de man in hoger beroep ging bij het gerechtshof te Leeuwarden. Het hof bekrachtigde de beslissing van de rechtbank op 14 februari 2007, waarop de man cassatie heeft ingesteld.
De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak van 12 december 2008 geoordeeld dat de man in redelijkheid kan worden geacht in zijn eigen levensonderhoud te voorzien uit het rendement van zijn vermogen en zijn WAO-uitkering. De man had een vermogen van ruim € 400.000, en het hof oordeelde dat hij niet kon stellen dat hij behoefte had aan een bijdrage van de vrouw, aangezien hij zelf had gekozen voor de bouw van een nieuwe woning. De Hoge Raad concludeert dat de man niet kan eisen dat de vrouw bijdraagt aan zijn levensonderhoud, vooral omdat hij zelf verantwoordelijk is voor zijn financiële keuzes. De Hoge Raad verwerpt het beroep van de man, waarmee de eerdere uitspraken van de rechtbank en het hof in stand blijven.