ECLI:NL:HR:2008:BF5594
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Cassatie in een strafzaak tegen een verdachte in de Antilliaanse zaak met betrekking tot diefstal en wapenbezit
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 december 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. De verdachte, geboren in 1959 en ten tijde van de aanzegging gedetineerd in het Huis van Bewaring 'Bon Futuro' op Curaçao, was in hoger beroep gegaan tegen een eerdere veroordeling voor diefstal en wapenbezit. De advocaat van de verdachte, mr. J.M. Lintz, had middelen van cassatie voorgesteld, waarop de Advocaat-Generaal Knigge concludeerde tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar alleen wat betreft de bewezenverklaring van de feiten 4 en 5 en de strafoplegging. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de bewezenverklaring van feit 4, dat de verdachte op 17 februari 2006 op Curaçao een kapmes, een Bonsai plant, twee zagen, een gereedschapskist en een zwaard had gestolen, niet voldoende door bewijsmiddelen werd ondersteund. Evenzo was de bewezenverklaring van feit 5, dat de verdachte op 10 mei 2006 een luchtdrukgeweer voorhanden had, niet naar de eisen van de wet met redenen omkleed. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar alleen voor de beslissingen met betrekking tot de feiten 4 en 5 en de strafoplegging. De zaak is terugverwezen naar het Gemeenschappelijk Hof van de Nederlandse Antillen en Aruba voor herbehandeling. Voor de overige onderdelen van het beroep heeft de Hoge Raad het beroep verworpen.