ECLI:NL:HR:2008:BF5284
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige daad en schadeplichtigheid na vernietiging vonnis
In deze zaak gaat het om een geschil tussen Juresta NEDERLAND B.V., handelend onder de naam Juresta Creditmanagement, en Advex FINANCIËLE DIENSTEN B.V. en een andere verweerder. Juresta werd door Advex c.s. gedagvaard voor de rechtbank Zutphen, waarbij Advex c.s. vorderden dat de handelwijze van Juresta onrechtmatig was en dat Juresta hen moest vergoeden voor de geleden schade. De rechtbank oordeelde op 10 november 2004 dat de handelwijze van Juresta onrechtmatig was en veroordeelde Juresta tot betaling van een schadevergoeding van € 269.593,--, vermeerderd met wettelijke rente en kosten. Juresta ging in hoger beroep tegen deze uitspraak, evenals Advex c.s. tegen eerdere vonnissen van de rechtbank. Het gerechtshof te Arnhem bekrachtigde op 12 december 2006 de eerdere vonnissen van de rechtbank.
Juresta stelde cassatie in tegen de arresten van het hof. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten in de cassatie niet tot cassatie konden leiden, omdat deze geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling aan de orde stelden. De conclusie van de Advocaat-Generaal was dat Juresta niet-ontvankelijk moest worden verklaard in het cassatieberoep tegen het tussenarrest van het hof en dat het beroep tegen het eindarrest moest worden verworpen. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en Juresta veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Advex c.s. zijn begroot op € 5.987,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.