ECLI:NL:HR:2008:BF5283

Hoge Raad

Datum uitspraak
28 november 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/02850
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verstekverlening en herstel van dagvaarding in cassatie

In deze zaak hebben eisers tot cassatie, bestaande uit drie personen, op 18 juni 2008 een exploot van dagvaarding uitgebracht tegen de verweerders in cassatie, die niet verschenen zijn. Het exploot was bedoeld om beroep in cassatie in te stellen tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 18 maart 2008. De betekening van het exploot voldeed echter niet aan de wettelijke eisen, zoals vastgelegd in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Eisers hebben op 30 juni 2008 een nieuw exploot uitgebracht om het eerdere gebrek te herstellen, maar ook dit exploot voldeed niet aan de vereisten van art. 111 lid 2 onder j Rv, wat leidde tot de vraag of het verstek verleend kon worden.

De Advocaat-Generaal D.W.F. Verkade heeft geconcludeerd dat het exploot van 18 juni 2008 nietig is en dat het verzoek tot verstekverlening moet worden geweigerd. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het gebrek in de betekening van het exploot op de juiste wijze en tijdig is hersteld door het exploot van 30 juni 2008. Echter, omdat geen van beide exploten de vereiste vermelding bevatte, heeft de Hoge Raad besloten dat eisers in de gelegenheid moeten worden gesteld om een nieuw herstelexploot uit te brengen. De zaak is opnieuw uitgeroepen ter rolle op 12 december 2008, waarbij eisers verplicht zijn om de verweerders op de hoogte te stellen van deze datum en het herstel van het gebrek op hun kosten te verzorgen. De Hoge Raad heeft verdere beslissingen aangehouden.

Uitspraak

28 november 2008
Eerste Kamer
08/02850
RM/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Rolbeschikking
in de zaak van:
1. [Eiser 1],
wonende te [woonplaats],
2. [Eiser 2],
wonende te [woonplaats],
3. [Eiser 3],
wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. J. Groen,
t e g e n
1. [Verweerster 1],
gevestigd te [vestigingsplaats],
2. [Verweerder 2],
wonende te [woonplaats],
3. [Verweerster 3],
gevestigd te [vestigingsplaats]
VERWEERDERS in cassatie,
niet verschenen.
1. Het geding in cassatie
Eisers tot cassatie (hierna: [eiser] c.s.) hebben bij exploot van 18 juni 2008 aan verweerders in cassatie (hierna: [verweerder] c.s.) aangezegd dat zij beroep in cassatie instellen tegen het tussen partijen gewezen arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 18 maart 2008 en hen gedagvaard te verschijnen ter terechtzitting van de Hoge Raad van 5 september 2008.
Het exploot is betekend aan het kantoor van mr. J.A.TH. van Zinnicq Bergmann, de procureur van [eiser] c.s. in hoger beroep.
[Eiser] c.s. hebben op 30 juni 2008 aan verweerders een exploot uitgebracht tot herstel van de onjuiste wijze van betekening van het eerdere exploot. Dit exploot is betekend aan het kantoor van mr. R.F.L.M. van Dooren, de procureur van [verweerder] c.s. in hoger beroep.
[Verweerder] c.s. zijn in cassatie niet verschenen.
[Eiser] c.s. hebben verzocht verstek te verlenen tegen verweerders.
De conclusie van de Advocaat-Generaal D.W.F. Verkade strekt ertoe de nietigheid van het exploot van dagvaarding van 18 juni 2008 uit te spreken, het verstek te weigeren en te verstaan dat instantie is geëindigd.
2. Beoordeling van het verzoek tot verstekverlening
Het exploot van 18 juni 2008 voldoet niet aan de eisen, vermeld in de Zesde afdeling van de Eerste titel van Boek 1 Rv., in het bijzonder niet aan die van art. 63 Rv.
Ingevolge art. 120 lid 1 levert dit een gebrek op dat nietigheid meebrengt.
Dit gebrek is evenwel, op de voet van art. 120 lid 2 Rv., door het ten verzoeke van [eiser] c.s. op 30 juni 2008 uitgebrachte exploot op de juiste wijze en tijdig hersteld.
Geen van beide exploten bevat een vermelding als bedoeld in art. 111 lid 2 onder j Rv., die ingevolge art. 120 lid 1 Rv. op straffe van nietigheid is voorgeschreven. Nu niet aannemelijk is dat het exploit van 30 juni 2008 [verweerder] c.s. als gevolg van dat gebrek [verweerder] c.s. niet heeft bereikt, zal [eiser] c.s., op de voet van art. 121 lid 2 Rv., in de gelegenheid worden gesteld andermaal een herstelexploot te doen uitbrengen.
3. Beslissing
De Hoge Raad:
bepaalt dat de zaak weer zal worden uitgeroepen ter rolle van 12 december 2008;
beveelt [eiser] c.s. om [verweerder] c.s. die datum bij exploot aan te zeggen, met herstel van laatstgemeld gebrek op hun kosten;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren E.J. Numann als voorzitter, A. Hammerstein en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 28 november 2008.