ECLI:NL:HR:2008:BF3943

Hoge Raad

Datum uitspraak
28 november 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
C07/157HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verval van verzekeringsaanspraak wegens niet naleving van polisvoorschriften

In deze zaak heeft Cochon B.V. (hierna: Cochon) op 18 juli 2003 N.V. Interpolis Schade (hierna: Interpolis) gedagvaard voor de rechtbank Breda. Cochon vorderde een schadevergoeding van € 169.413,60 wegens verstikkingsschade, inclusief rente en kosten. Interpolis heeft de vordering bestreden, waarna de rechtbank op 1 september 2004 de vordering afwees. Cochon ging in hoger beroep bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 16 januari 2007 het vonnis van de rechtbank bekrachtigde. Tegen dit arrest heeft Cochon cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan het arrest gehecht. Interpolis heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De zaak is toegelicht door de advocaten van beide partijen, waarbij Interpolis ook werd bijgestaan door mr. J.W. Hoekzema. De Advocaat-Generaal J. Spier heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en Cochon veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, begroot op € 5.151,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelde dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden, en dat nadere motivering niet nodig was, gezien artikel 81 RO. Het arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein (voorzitter), F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en openbaar uitgesproken door raadsheer F.B. Bakels op 28 november 2008.

Uitspraak

28 november 2008
Eerste Kamer
Nr. C07/157HR
RM/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
COCHON B.V.,
gevestigd te Boxtel,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. P.J.L.J. Duijsens,
t e g e n
N.V. INTERPOLIS SCHADE,
gevestigd te Tilburg,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. R.S. Meijer.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Cochon en Interpolis.
1. Het geding in feitelijke instanties
Cochon heeft bij exploot van 18 juli 2003 Interpolis gedagvaard voor de rechtbank Breda en gevorderd, kort gezegd, Interpolis te veroordelen aan Cochon te betalen de door haar geleden verstikkingsschade ad € 169.413,60,--, met rente en kosten.
Interpolis heeft de vordering bestreden.
De rechtbank heeft bij vonnis van 1 september 2004 de vordering afgewezen.
Tegen dit vonnis heeft Cochon hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Interpolis heeft voorwaardelijk incidenteel hoger beroep ingesteld.
Bij arrest van 16 januari 2007 heeft het hof het vonnis van de rechtbank bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft Cochon beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Interpolis heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor Interpolis mede door mr. J.W. Hoekzema, advocaat te Amsterdam.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Cochon in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Interpolis begroot op € 5.151,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 28 november 2008.