ECLI:NL:HR:2008:BF3942
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van borgstelling door vennootschap op grond van art. 1:89 BW
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 december 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de vernietiging van een borgstelling door een vennootschap. De eiseres tot cassatie, Fortis Bank N.V., had een borgstelling afgegeven voor vier wissels, maar de verweerster, die de borgstelling wilde vernietigen, stelde dat deze niet was geschied ten behoeve van de normale uitoefening van het bedrijf van de vennootschap. De verweerster had eerder bij de rechtbank Breda een vordering ingesteld op grond van artikel 1:89 BW, waarin zij de vernietiging van de borgstelling eiste. De rechtbank had deze vordering afgewezen, maar het gerechtshof te 's-Hertogenbosch vernietigde dit vonnis in hoger beroep en verklaarde de borgstelling ongeldig. Fortis ging in cassatie tegen dit arrest van het hof.
De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van Fortis niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad bevestigde de beslissing van het hof en oordeelde dat de borgstelling niet was gedaan in het belang van de vennootschap, zoals vereist door de wet. De Hoge Raad veroordeelde Fortis in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerster waren begroot op € 371,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Deze uitspraak benadrukt het belang van de voorwaarden waaronder een borgstelling kan worden afgegeven en de bescherming van de belangen van de verweerster in deze zaak.