ECLI:NL:HR:2008:BF2107
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J.P. Balkema
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Overname van tenuitvoerlegging van een Portugese sanctie na overlijden veroordeelde
In deze zaak gaat het om een verzoek van de Republiek Portugal tot overname van de tenuitvoerlegging van een rechterlijke beslissing tegen een veroordeelde, die op het moment van de betekening van de aanzegging gedetineerd was in de Penitentiaire Inrichting 'Overijssel, locatie Zwolle'. De Hoge Raad behandelt het beroep in cassatie tegen een uitspraak van de Rechtbank te Groningen van 12 maart 2008. De Officier van Justitie heeft een middel van cassatie voorgesteld, maar de raadsvrouwe van de veroordeelde, mr. M.M.A.J. Goris, heeft het beroep tegengesproken. De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd dat de bestreden uitspraak vernietigd moet worden en dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard moet worden in zijn vordering.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de veroordeelde op 13 juni 2008 is overleden, wat betekent dat het verzoek tot overname van de tenuitvoerlegging van de Portugese autoriteiten en de daarop berustende vordering van de Officier van Justitie geen grondslag meer heeft. Dit leidt tot de conclusie dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven. De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak en verklaart de Officier van Justitie alsnog niet-ontvankelijk in zijn vordering. Het arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en W.A.M. van Schendel, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven, en is uitgesproken op 18 november 2008.