(i) Op 27 april 2000 omstreeks 03.15 uur is een zogenoemde snelkraak gepleegd in een juwelierszaak aan de Hoogstraat 25 te Hasselt, waarbij de pui van de winkel is vernield door middel van een personenauto. Daarbij waren twee personen betrokken. (Zakendossier 9, proces-verbaal van aangifte, doorgenummerde pagina's 1-12).
(ii) De ter plaatse gekomen verbalisanten hebben waargenomen dat een personenauto, merk Toyota, type Corolla 1,8 Station, kleur grijs, met draaiende motor met de achterzijde tegen de gevel van de juwelierszaak stond. Uit de verschillende getuigenverklaringen kan worden afgeleid dat de ramkraak door twee mannen is gepleegd met de Toyota stationwagen met kentekennummer [AA-00-BB] en dat de beide mannen zijn ontkomen in een auto, vermoedelijk een Audi met het kenteken [CC-DD-00]. (Zakendossier 9, proces-verbaal van bevindingen, doorgenummerde pagina's 13-14; processen-verbaal van verhoor getuigen, doorgenummerde pagina's 15-25).
(iii) Op 27 april 2000 is aangifte gedaan van diefstal van een grijze Toyota Corolla stationwagen, met kenteken [AA-00-BB], tussen 26 april 2000 te omstreeks 06.45 uur en 27 april 2000 te omstreeks 04.00 uur vanaf een carpoolstrook bij De Lichtmis te Rouveen (Zakendossier 9, proces-verbaal van aangifte, doorgenummerde pagina's 26-29).
(iv) De verdachte [betrokkene 1] heeft verklaard dat [betrokkene 2] hem heeft verteld dat hij, [betrokkene 2], samen met [aanvrager] in maart/april 2000 een kraak heeft gezet in Hasselt, nadat zij eerst samen in of bij Meppel van een carpoolplaats een stationwagen, een Nissan of Toyota, hadden gestolen. Hij verklaarde voorts dat [betrokkene 2] in het bezit was van een gestolen Audi 100, waarop een gestolen kentekenplaat zat. (Zakendossier 9, proces-verbaal van verhoor, doorgenummerde pagina 30). [Betrokkene 1] heeft tevens verklaard dat, nadat hem een foto van de aanvrager is getoond, de afgebeelde persoon de [aanvrager] is over wie hij heeft verklaard, dat deze te [woonplaats] woont en dat hij samen met [betrokkene 2] bij [aanvrager] thuis te [woonplaats] is geweest (Persoonsdossier [aanvrager], proces-verbaal van verhoor van verdachte [betrokkene 1] van 10 oktober 2000).
(v) De verdachte [betrokkene 2] heeft verklaard onder meer een kraak te hebben gezet bij de juwelier te Hasselt en daarvoor een Japanse stationcar te hebben gestolen, die stond op een carpoolplaats bij De Lichtmis, en dat hij zijn mededaders niet wil noemen. Hij heeft voorts verklaard dat hij in het bezit was van een door hem bij [benadeelde partij] te [vestigingsplaats] gestolen rode Audi 100, die hij zelf heeft gebruikt, maar ook wel aan anderen heeft uitgeleend en dat hij [betrokkene 1] kent (Zakendossier 9, proces-verbaal van verhoor, doorgenummerde pagina's 32-33). [Betrokkene 2] heeft tevens verklaard dat [aanvrager] ergens in [woonplaats] woont (Persoonsdossier [betrokkene 2], proces-verbaal van verhoor, doorgenummerde pagina 0025).
(vi) Door [benadeelde partij] te [vestigingsplaats] is aangifte gedaan van diefstal op 2 of 3 april 2000 van een rode Audi 100 met kenteken [EE-FF-00] (Zakendossier 7, proces-verbaal van aangifte, doorgenummerde pagina's 0015-0017). Uit onderzoek is gebleken dat deze auto is voorzien van het valse kenteken [GG-HH-00] (Zakendossier 7, proces-verbaal van relaas, doorgenummerde pagina 0018). Deze auto is na een achtervolging door de politie in de nacht van 5 mei 2000 onbeheerd te Hasselt aangetroffen (Zakendossier 7, processen-verbaal van relaas, doorgenummerde pagina's 0005-0011). Daaromtrent heeft [betrokkene 1] verklaard dat hij weet dat [betrokkene 2] achterna is gezeten door de politie in Nederland, terwijl hij samen met [aanvrager] in de desbetreffende rode Audi 100 zat (Zakendossier 7, proces-verbaal van verhoor, doorgenummerde pagina 0001). [Betrokkene 2] heeft in dit verband verklaard dat hij toen met een kennis die deze Audi bestuurde naar Duitsland is gereden, waar zij gezamenlijk een inbraak hebben gepleegd, en dat zij op de terugweg in Nederland zijn achtervolgd door de politie (Zakendossier 7, proces-verbaal van verhoor, doorgenummerde pagina 0067-0069).
(vii) De aanvrager heeft verklaard [betrokkene 2] en [betrokkene 1] te kennen, die samen bij hem thuis in [woonplaats] zijn geweest (Persoonsdossier [aanvrager], proces-verbaal van verhoor van 1 november 2000). Hij heeft voorts verklaard wel eens te hebben gereden in een geleende Audi 100, van welke auto te Flevoland een snelheidsfoto is gemaakt. (Persoonsdossier [aanvrager], proces-verbaal van verhoor van 8 november 2000). In een door de aanvrager aan de politie overhandigde handgeschreven verklaring staat vermeld dat hij op de dag dat de snelheidsfoto van hem is gemaakt de auto van [betrokkene 2] had geleend.
(viii) Op 30 april 2000 te 22.33 uur (achterzijde van de auto) en op 1 mei 2000 te 5.39 uur (voorzijde van de auto) is de Audi met de valse kentekenplaat met nummer [GG-HH-00] met dezelfde snelheidscamera te Flevoland gefotografeerd. Op de foto van 1 mei 2000 zijn de bestuurder en de bijrijder zichtbaar. (Zakendossier 10, proces-verbaal van relaas, doorgenummerde pagina's 0002-0004 en pagina 0022). [Betrokkene 1] heeft, nadat hem de foto van 1 mei 2000 was getoond, verklaard dat daarop de rode Audi 100 is afgebeeld die door [betrokkene 2] in Zwolle is gestolen en dat hij de bestuurder herkent als [aanvrager] en de passagier als [betrokkene 2], van wie hij weet dat zij altijd samen met die auto op pad gingen (Zakendossier 10, proces-verbaal van verhoor, doorgenummerde pagina 0005).
(ix) Uit een door speurhondengeleider [verbalisant 1], werkzaam bij de technische recherche van de regiopolitie Noord- en Oost-Gelderland, op 13 november 2000 verrichte geuridentificatieproef bleek onder meer dat speurhond Max een geurovereenkomst waarnam tussen het geurmonster van het stuur/de versnellingsknop en de zitting van de auto met het kenteken [AA-00-BB] en de geurdragers die waren vastgehouden door de aanvrager (Zakendossier 9, proces-verbaal, doorgenummerde pagina's 37-39).