ECLI:NL:HR:2008:BF0518
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Inbreuk op het Benelux-woordmerk PORTAKABIN door gebruik als adword in internetzoekprogramma's
In deze zaak gaat het om een inbreukactie van Portakabin Limited en Portakabin B.V. tegen Primakabin B.V. wegens het gebruik van het woord 'portakabin' als adword in internetadvertenties. Portakabin, rechthebbende op het Benelux-woordmerk PORTAKABIN, vorderde Primakabin te verbieden dit merk te gebruiken in advertenties op zoekmachines zoals Google. De zaak begon met een kort geding waarin Portakabin vorderingen indiende tegen Primakabin, die deze vorderingen betwistte. De voorzieningenrechter in Amsterdam wees de vorderingen van Portakabin af, waarna Portakabin in hoger beroep ging. Het gerechtshof vernietigde het vonnis van de voorzieningenrechter en legde Primakabin enkele beperkingen op met betrekking tot het gebruik van het merk. Primakabin ging in cassatie tegen dit arrest van het hof.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het gebruik van het merk PORTAKABIN door Primakabin als adword niet kan worden aangemerkt als gebruik ter onderscheiding van waren in de zin van de Benelux-Merkenwet. De Hoge Raad heeft prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen over de uitleg van de relevante Europese richtlijnen. De Hoge Raad schorste het geding totdat het Hof van Justitie uitspraak heeft gedaan. De zaak heeft belangrijke implicaties voor de toepassing van merkenrecht in de context van internetadvertenties en het gebruik van adwords.