ECLI:NL:HR:2008:BF0471

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 oktober 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/03218
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over voorlopige machtiging tot voortduring van verblijf in psychiatrisch ziekenhuis

In deze zaak heeft de officier van justitie in het arrondissement Groningen op 22 april 2008 een verzoek ingediend bij de rechtbank tot het verlenen van een voorlopige machtiging voor de voortduring van het verblijf van betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis. Dit verzoek werd ondersteund door een geneeskundige verklaring en een behandelplan. De rechtbank heeft op 24 april 2008, na het horen van betrokkene, zijn raadsvrouwe, zijn echtgenote, een zoon, de verpleeghuisarts en de verantwoordelijke verpleegkundige, de verzochte machtiging verleend tot en met 23 oktober 2008. De beschikking van de rechtbank is aan de beschikking gehecht.

Betrokkene heeft tegen deze beschikking beroep in cassatie ingesteld. De officier van justitie heeft geen verweerschrift ingediend. De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer was om het beroep te verwerpen. De advocaat van betrokkene heeft op 19 september 2008 gereageerd op deze conclusie.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep dan ook verworpen.

Deze beschikking is gegeven op 10 oktober 2008 door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk, en is in het openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.

Uitspraak

10 oktober 2008
Eerste Kamer
08/03218
RM/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[Verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. G.E.M. Later,
t e g e n
DE OFFICIER VAN JUSTITIE IN HET ARRONDISSEMENT GRONINGEN,
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als betrokkene en de officier van justitie.
1. Het geding in feitelijke instantie
De officier van justitie in het arrondissement Groningen heeft op 22 april 2008 onder overlegging van een geneeskundige verklaring en een behandelplan een verzoek ingediend bij de rechtbank aldaar tot het verlenen van een voorlopige machtiging tot voortduring van het verblijf van betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis.
Nadat de rechtbank betrokkene, bijgestaan door zijn raadsvrouwe, de echtgenote en een zoon van betrokkene, de verpleeghuisarts en de verantwoordelijk verpleegkundige op 24 april 2008 had gehoord, heeft zij bij beschikking van diezelfde datum de verzochte machtiging verleend tot en met 23 oktober 2008.
De beschikking van de rechtbank is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van de rechtbank heeft betrokkene beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De officier van justitie heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van betrokkene heeft bij brief van 19 september 2008 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 10 oktober 2008.