ECLI:NL:HR:2008:BF0282
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J.M. Corstens
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering gevangenhouding in cassatie door de Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 november 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beschikking van het Gerechtshof te Amsterdam. Het beroep in cassatie was ingesteld door de Advocaat-Generaal bij het Hof, die een middel van cassatie had voorgesteld. De zaak betreft een vordering tot gevangenhouding van de verdachte, die ten tijde van de betekening gedetineerd was in de Penitentiaire Inrichting 'Amsterdam, locatie Het Schouw'. De beschikking van het Hof, gedateerd op 21 november 2007, werd door de Hoge Raad beoordeeld. De waarnemend Advocaat-Generaal Bleichrodt concludeerde tot verwerping van het beroep, waarbij hij opmerkte dat de eisen die aan een beschikking gesteld mogen worden, gezien de aard van de materie en de beslissingsruimte van de rechter, niet te hoog mogen zijn. De Hoge Raad oordeelde dat het oordeel van het Hof niet onbegrijpelijk was en dat het middel niet tot cassatie kon leiden. Dit behoeft volgens artikel 81 RO geen nadere motivering, aangezien het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep dan ook verworpen. De uitspraak werd gedaan door de president G.J.M. Corstens als voorzitter, samen met de raadsheren J. de Hullu en H.A.G. Splinter-van Kan, in aanwezigheid van de waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven, tijdens een openbare terechtzitting.