ECLI:NL:HR:2008:BF0237
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- E.J. Numann
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de beschikking inzake gezamenlijk ouderlijk gezag na echtscheiding
In deze zaak gaat het om de toekenning van het ouderlijk gezag na een echtscheiding tussen de vader en de moeder van een minderjarige dochter. De vader heeft in cassatie beroep ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof te Amsterdam, die de moeder het eenhoofdig gezag over de dochter had toegewezen. De rechtbank had eerder het verzoek van de moeder om het gezag alleen aan haar toe te kennen afgewezen, omdat er geen bewijs was dat het niet goed ging met het kind en dat zij klem zou raken tussen de ouders. Het hof heeft deze beslissing vernietigd, maar de Hoge Raad oordeelt dat het hof niet voldoende heeft onderbouwd dat het in het belang van het kind noodzakelijk was om het gezag aan alleen de moeder toe te kennen. De Hoge Raad vernietigt de beschikking van het hof en verwijst de zaak naar het gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. De uitspraak benadrukt het belang van gezamenlijk gezag en de voorwaarden waaronder eenhoofdig gezag kan worden toegewezen, met name in het belang van het kind.