ECLI:NL:HR:2008:BE9844

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 september 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
C06/292HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelarrest inzake wijziging proceskostenveroordeling in cassatie

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 september 2008 een herstelarrest uitgesproken met betrekking tot een eerdere uitspraak van 27 juni 2008. De zaak betreft een cassatieprocedure waarin Mol Agrocom B.V. als verweerder in cassatie optrad, terwijl de eiser, wonende te [woonplaats], vertegenwoordigd werd door advocaat mr. H.J.A. Knijff. De Hoge Raad heeft in het eerdere arrest vastgesteld dat er een onjuiste beslissing van het hof was genomen, die niet door Mol was uitgelokt of verdedigd. Dit leidde tot een onterechte kostenveroordeling ten laste van Mol, terwijl de kosten gereserveerd hadden moeten worden tot de einduitspraak.

In het herstelarrest heeft de Hoge Raad de misslag in het dictum gecorrigeerd. De kostenveroordeling ten laste van Mol is geschrapt en in plaats daarvan is bepaald dat de beslissing omtrent de kosten van het geding in cassatie wordt gereserveerd tot de einduitspraak. De Hoge Raad heeft de kosten begroot aan de zijde van de eiser op € 1.301,18 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris, en aan de zijde van Mol op € 1.291,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

De uitspraak is gedaan door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter, samen met de raadsheren O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, F.B. Bakels en W.D.H. Asser. De openbare uitspraak vond plaats op 5 september 2008, waarbij raadsheer E.J. Numann de uitspraak heeft gedaan.

Uitspraak

5 september 2008
Eerste Kamer
Nr. C06/292HR
RM
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie, verweerder in het incidentele cassatieberoep,
advocaat: mr. H.J.A. Knijff,
t e g e n
MOL AGROCOM B.V.,
gevestigd te Den Bommel, gemeente Oost-Flakkee,
VERWEERSTER in cassatie, eiseres in het incidentele cassatieberoep,
advocaat: mr. F.E. Vermeulen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en Mol.
1. Het arrest in dit geding
1.1 De Hoge Raad heeft in deze zaak op 27 juni 2008 een arrest uitgesproken. In rov. 3.4.2 van dat arrest is vermeld dat Mol zich omtrent onderdeel 4 van het middel in het principale beroep - het enige door de Hoge Raad gegrond bevonden onderdeel - aan het oordeel van de Hoge Raad heeft gerefereerd, welk onderdeel onder meer de klacht inhield dat beide partijen de onjuiste beslissing van het hof niet hadden bepleit. Hoewel derhalve sprake was van een onjuiste beslissing van het hof die door Mol niet was uitgelokt of verdedigd, is ten gevolge van een misslag in het dictum in het principale beroep een kostenveroordeling ten laste van Mol uitgesproken, waar de kosten hadden moeten zijn gereserveerd tot de einduitspraak.
De Hoge Raad zal deze misslag herstellen. Mol heeft een daartoe strekkend verzoek gedaan, waarop de advocaat van [eiser] heeft gereageerd.
1.2 In het dictum van het arrest dient derhalve in het principale beroep de kostenveroordeling ten laste van Mol te worden geschrapt, en in plaats daarvan dient te worden gelezen:
"reserveert de beslissing omtrent de kosten van het geding in cassatie tot de einduitspraak;
begroot deze kosten tot op de uitspraak in cassatie aan de zijde van [eiser] op € 1.301,18 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris, en aan de zijde van Mol op € 1.291,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris;".
2. Beslissing
De Hoge Raad:
verbetert bovenvermelde fout in het op 27 juni 2008 in deze zaak uitgesproken arrest;
stelt deze verbetering op de minuut van dat arrest.
Dit arrest is gewezen door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 5 september 2008.