ECLI:NL:HR:2008:BE9804
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- A.J.A. van Dorst
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Leeuwarden inzake strafzaak
Op 28 oktober 2008 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een cassatiezaak tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden, dat op 11 december 2006 was gewezen. De zaak betreft een verdachte, geboren in 1948, die woonachtig is in Nederland. Het beroep in cassatie is ingesteld door de verdachte zelf, vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. J. Boksem uit Leeuwarden. In de schriftelijke verdediging is een middel van cassatie voorgesteld, dat aan het arrest is gehecht.
De Advocaat-Generaal, de heer Knigge, heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en is tot de conclusie gekomen dat het voorgestelde middel niet kan leiden tot cassatie. De Hoge Raad oordeelt dat er geen noodzaak is voor nadere motivering, aangezien het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling, zoals vereist onder artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO).
De uitspraak is gedaan door vice-president F.H. Koster, die als voorzitter fungeerde, samen met de raadsheren A.J.A. van Dorst en W.M.E. Thomassen. De waarnemend griffier, J.D.M. Hart, was ook aanwezig bij de uitspraak. Het arrest is uitgesproken op de zitting van 28 oktober 2008, waarbij mr. Thomassen niet in staat was om het arrest te ondertekenen. De Hoge Raad heeft het beroep van de verdachte verworpen, waarmee de beslissing van het Gerechtshof in stand blijft.