ECLI:NL:HR:2008:BE9611
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J.P. Balkema
- B.C. de Savornin Lohman
- W.A.M. van Schendel
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Cassatie over ongewenst vreemdeling en afwezigheid van schuld
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 oktober 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte, geboren in 1982, was in Nederland verblijvend terwijl hij als ongewenst vreemdeling was verklaard. De verdachte had niet voldaan aan de verplichting om Nederland te verlaten, omdat hij geen pogingen had ondernomen om de benodigde documenten voor vertrek te verkrijgen. Het Hof had geoordeeld dat de verdachte niet aannemelijk had gemaakt dat hij alle redelijke maatregelen had genomen om aan zijn verplichting te voldoen. De Hoge Raad bevestigde dit oordeel en oordeelde dat het verweer van de verdachte, dat hij niet kon terugkeren naar Libanon of andere landen, niet voldoende was onderbouwd. De Hoge Raad oordeelde dat de afwezigheid van schuld of overmacht niet was aangetoond, omdat de verdachte zelf geen actieve stappen had ondernomen om de benodigde documenten te verkrijgen. De Advocaat-Generaal had geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar de Hoge Raad verwierp het beroep van de verdachte. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de verdachte om zelf actie te ondernemen in het verkrijgen van de benodigde reisdocumenten, en dat het niet ondernemen van deze acties niet kan worden ingeroepen als een verweer tegen de strafbaarheid.