ECLI:NL:HR:2008:BD7259
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Bewijsklacht opzetheling en de bewijsvoering in cassatie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 oktober 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte, geboren in 1987 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, was beschuldigd van opzetheling van een motorfiets, die op 27 mei 2005 in Eindhoven was gestolen. De bewezenverklaring van de opzetheling was gebaseerd op verschillende bewijsmiddelen, waaronder verklaringen van benadeelden en verbalisanten. De Hoge Raad oordeelde dat de bewezenverklaring, met name de wetenschap van de verdachte dat het een door misdrijf verkregen goed betrof, niet zonder meer kon worden afgeleid uit de gebezigde bewijsmiddelen. Dit leidde tot de conclusie dat de uitspraak niet naar de eisen der wet met redenen omkleed was. De Advocaat-Generaal had geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en de Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd. De zaak is terugverwezen naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor een nieuwe behandeling op het bestaande hoger beroep. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs voor de wetenschap van de verdachte omtrent de herkomst van het goed, wat cruciaal is voor de bewezenverklaring van opzetheling.