ECLI:NL:HR:2008:BD6831
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- C. Schaap
- A.H.T. Heisterkamp
- Rechtspraak.nl
Bewijskracht van schermprint bij naheffingsaanslag parkeerbelasting gemeente Rotterdam
In deze zaak gaat het om een naheffingsaanslag in de parkeerbelastingen van de gemeente Rotterdam, opgelegd aan belanghebbende op 24 juli 2004. De naheffingsaanslag werd opgelegd omdat de parkeercontroleur constateerde dat de verschuldigde parkeerbelasting niet was voldaan. Na bezwaar tegen de naheffingsaanslag, handhaafde de directeur Gemeentebelastingen de aanslag. Het Gerechtshof te 's-Gravenhage verklaarde het beroep van belanghebbende gegrond en vernietigde de naheffingsaanslag. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam gegrond verklaard en de uitspraak van het Hof vernietigd, met uitzondering van de beslissing omtrent het griffierecht. De zaak is verwezen naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof onjuist had geoordeeld over de bewijskracht van een schermprint die door de parkeercontroleur was gemaakt. Het Hof had overwogen dat de heffingsambtenaar geen deugdelijk bewijs had geleverd tegenover de door belanghebbende overgelegde dagdeelvergunning. De Hoge Raad stelde vast dat het Hof onvoldoende had gemotiveerd waarom de schermprint niet als bewijs kon dienen. De Hoge Raad benadrukte dat de heffingsambtenaar had aangevoerd dat de tekst op de schermprint, die aangaf dat de dagdeelvergunning eerder was gebruikt, door de parkeercontroleur was ingevoerd bij het opleggen van de naheffingsaanslag. Het Hof had niet duidelijk gemaakt hoe dit betoog in de bewijswaardering was betrokken.
De Hoge Raad concludeerde dat de uitspraak van het Hof niet in stand kon blijven en dat verwijzing naar een ander Hof noodzakelijk was. De proceskosten werden niet toegewezen, omdat de Hoge Raad geen termen aanwezig achtte voor een veroordeling in de proceskosten.