ECLI:NL:HR:2008:BD6359
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J.M. Corstens
- J.P. Balkema
- B.C. de Savornin Lohman
- J.W. Ilsink
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Verkrachting en poging tot zware mishandeling met bewijsvoering en cassatie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 november 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem. De verdachte, geboren in 1968, was veroordeeld voor verkrachting en poging tot zware mishandeling van zijn ex-vriendin, die op 5 september 2005 in zijn woning in [plaats] was. De verdachte had de vrouw gedwongen tot seksuele handelingen en haar daarbij zwaar mishandeld. De verdediging stelde dat de verklaringen van het slachtoffer onbetrouwbaar waren en dat er geen sprake was van penetratie. De Advocaat-Generaal had geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing van de zaak naar het Hof.
Het Hof had echter in zijn uitspraak de verklaringen van het slachtoffer als betrouwbaar beoordeeld, mede op basis van medisch bewijs van de opgelopen verwondingen. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof voldoende redenen had gegeven voor het afwijken van het standpunt van de verdediging. De Hoge Raad verwierp het beroep van de verdachte en bevestigde de veroordeling tot dertig maanden gevangenisstraf, zoals opgelegd door het Hof. Dit arrest benadrukt het belang van de betrouwbaarheid van getuigenverklaringen en de rol van medisch bewijs in zaken van seksueel geweld.