ECLI:NL:HR:2008:BD6171
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- O. de Savornin Lohman
- F.B. Bakels
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over beëindiging overeenkomst tot aanneming van werk en onbetaalde facturen
In deze zaak gaat het om een geschil tussen [eiser] c.s. en [verweerster] over de beëindiging van een overeenkomst tot aanneming van werk en onbetaald gebleven facturen. [Verweerster] heeft op 29 januari 2001 [eiser] c.s. gedagvaard voor de rechtbank te Haarlem, waarbij zij een bedrag van ƒ 101.862,63 vorderde, vermeerderd met wettelijke rente en kosten. [Eiser] c.s. hebben de vordering bestreden en in reconventie gevorderd dat de overeenkomst ontbonden zou worden, met een vordering tot betaling van ƒ 60.000,--, met rente en kosten. De rechtbank heeft in haar eindvonnis van 4 augustus 2004 [eiser] c.s. veroordeeld tot betaling aan [verweerster] van € 28.599,78, vermeerderd met wettelijke rente, en de reconventionele vordering afgewezen.
Tegen dit eindvonnis hebben [eiser] c.s. hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. In hoger beroep hebben zij hun eis gewijzigd en verzocht om vernietiging van eerdere vonnissen en ontbinding van de overeenkomst. [Verweerster] heeft incidenteel appel ingesteld en vorderingen tot betaling gedaan. Het hof heeft bij arrest van 2 november 2006 de bestreden vonnissen van de rechtbank bekrachtigd en de vorderingen van beide partijen afgewezen.
Tegen het arrest van het hof hebben [eiser] c.s. cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft het beroep van [verweerster] op niet-ontvankelijkheid van het cassatieberoep verworpen. De zaak is behandeld door de Hoge Raad, waarbij de conclusie van Advocaat-Generaal J. Wuisman strekte tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft uiteindelijk het cassatieberoep verworpen en [eiser] c.s. in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op € 4.021,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.