ECLI:NL:HR:2008:BD5983
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Geschil over verschuldigde koopprijs bij verkoop en levering van ramlammeren
In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], op 29 april 2005 verweerder c.s. gedagvaard voor de rechtbank Utrecht. Eiser vorderde onder andere een bedrag van € 23.933,55 wegens wanprestatie, alsmede buitengerechtelijke kosten en schadevergoeding. Verweerder c.s. hebben de vorderingen bestreden en in reconventie een bedrag van € 18.338,10 gevorderd. De rechtbank heeft op 28 december 2005 in conventie verweerder c.s. veroordeeld tot betaling van € 15.928,35, maar in reconventie de vorderingen afgewezen. Eiser heeft hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 9 november 2006 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Eiser heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda, die tot verwerping van het beroep strekte, gevolgd. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, begroot op € 473,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten in het middel niet tot cassatie konden leiden, en dat nadere motivering niet nodig was, gezien artikel 81 RO.