ECLI:NL:HR:2008:BD5715
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Vervroegde onteigening van onroerende zaken door de Provincie Noord-Holland
In deze zaak heeft de Provincie Noord-Holland [eiser] gedagvaard voor de rechtbank Amsterdam met het verzoek om vervroegd onteigening van bepaalde onroerende zaken. De Provincie vorderde dat de onteigening zou worden uitgesproken ten behoeve van de Provincie, met de bepaling dat het eigendom zou overgaan op de Provincie na inschrijving van het vonnis in de registers. Daarnaast werd gevraagd om vaststelling van de schadeloosstelling op € 199.950,-- en om deskundigen en een rechter-commissaris te benoemen. De rechtbank heeft op 2 mei 2007 de vervroegde onteigening uitgesproken en het voorschot op de schadeloosstelling vastgesteld op het gevraagde bedrag. [Eiser] heeft hiertegen cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekte tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten in het middel niet tot cassatie kunnen leiden, en dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [eiser] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de Provincie zijn begroot op € 371,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann en W.D.H. Asser, en is in het openbaar uitgesproken op 12 september 2008.