ECLI:NL:HR:2008:BD4876
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- A.J.A. van Dorst
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Bewijsklacht en opzet in fraudezaak met valse salarisspecificaties
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 30 september 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte was veroordeeld voor het opzettelijk gebruik maken van valse salarisspecificaties in een fraudezaak. De feiten van de zaak zijn als volgt: de verdachte overhandigde op 11 september 2003 aan de rechtbank in Breda salarisspecificaties die later als vals zijn aangemerkt. Tijdens het onderzoek bleek dat er een discrepantie was tussen de overgelegde salarisspecificaties en de specificaties die op de computer van de verdachte waren aangetroffen. Het Hof oordeelde dat de verdachte op de hoogte was van de onregelmatigheden en dat hij opzettelijk handelde door deze valse documenten te overleggen.
De Hoge Raad heeft de motivering van het Hof beoordeeld en geconcludeerd dat het Hof niet onbegrijpelijk heeft kunnen afleiden dat de verdachte met opzet heeft gehandeld. De verdediging voerde aan dat niet bewezen kon worden dat de verdachte met voorwaardelijk opzet handelde, maar de Hoge Raad verwierp dit verweer. De Hoge Raad oordeelde dat de bewezenverklaring van het opzet voldoende was gemotiveerd en dat de klacht over de bewijsmiddelen geen zelfstandige betekenis had. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en het arrest van het Hof bevestigd, waarmee de veroordeling van de verdachte in stand bleef.