ECLI:NL:HR:2008:BD3747
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Cassatie over werkgeversaansprakelijkheid na val werknemer van rolsteiger
In deze zaak gaat het om een arbeidsgeschil over werkgeversaansprakelijkheid op basis van artikel 7:658 van het Burgerlijk Wetboek, naar aanleiding van een ongeval dat een werknemer op 5 februari 2002 heeft gehad tijdens de uitvoering van zijn werkzaamheden. De werknemer, aangeduid als [verweerder], heeft de werkgever, aangeduid als [eiseres], gedagvaard voor de rechtbank te Middelburg. Hij vorderde een verklaring voor recht dat [eiseres] aansprakelijk is voor de schade die hij heeft geleden en nog zal lijden als gevolg van het ongeval, met een verzoek om schadevergoeding die nader op te maken is bij staat, vermeerderd met rente en kosten.
De rechtbank heeft de zaak verwezen naar de kantonrechter te Zierikzee na een exceptie van onbevoegdheid die door [eiseres] was ingediend. De kantonrechter heeft op 13 juli 2004 de vordering van [verweerder] afgewezen. Hierop heeft [verweerder] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage. Na een tussenarrest op 16 december 2005, waarin [eiseres] werd toegelaten tot bewijslevering, heeft het hof op 30 maart 2007 het vonnis van de kantonrechter vernietigd en de vordering van [verweerder] toegewezen.
Tegen dit eindarrest heeft [eiseres] cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier, die strekte tot verwerping van het beroep, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft uiteindelijk het beroep verworpen en [eiseres] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 371,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak is gedaan op 11 juli 2008 door de vice-president D.H. Beukenhorst en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, F.B. Bakels en W.D.H. Asser.