ECLI:NL:HR:2008:BD3744
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling wegens tekortkomingen in verplichtingen
In deze zaak gaat het om de tussentijdse beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling voor de verzoeker, die in deze procedure wordt aangeduid als [verzoeker]. De rechtbank Breda had op 8 mei 2006 de definitieve schuldsaneringsregeling uitgesproken voor [verzoeker]. Echter, op 30 november 2007 heeft de rechtbank vastgesteld dat [verzoeker] tekortgeschoten was in de nakoming van een of meer verplichtingen die voortvloeien uit deze regeling. Dit leidde tot de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling.
Tegen deze beslissing heeft [verzoeker] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Het hof heeft op 20 februari 2008 het vonnis van de rechtbank vernietigd, maar heeft opnieuw geoordeeld dat [verzoeker] niet naar behoren aan zijn verplichtingen heeft voldaan. Het hof heeft de toepassing van de schuldsaneringsregeling beëindigd en bepaald dat [verzoeker] niet van rechtswege in staat van faillissement verkeert zodra het arrest in kracht van gewijsde is gegaan.
Tegen het arrest van het hof heeft [verzoeker] cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten die in het cassatierekest zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat er geen noodzaak is voor nadere motivering, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie verworpen, en deze beslissing is openbaar uitgesproken op 11 juli 2008.