ECLI:NL:HR:2008:BD3704
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over uithuisplaatsing en de vereisten voor verlenging van rechterlijke machtiging
In deze zaak gaat het om de cassatie van een beschikking van het gerechtshof te 's-Gravenhage, waarin de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige zoon werd afgewezen. De kinderrechter had eerder de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van de zoon verlengd, maar het hof vernietigde deze verlenging voor een bepaalde periode. Bureau Jeugdzorg en de pleegouders hebben cassatie ingesteld tegen deze beslissing. De Hoge Raad oordeelt dat de verzoekers niet-ontvankelijk zijn in hun cassatieberoep, omdat de periode waarvoor de machtiging was aangevraagd inmiddels was verstreken. De Hoge Raad benadrukt dat bij de beoordeling van de verlenging van een machtiging tot uithuisplaatsing de belangen van het kind voorop staan en dat de rechter moet onderzoeken of de gronden voor de machtiging nog steeds bestaan. De Hoge Raad concludeert dat het hof de juiste maatstaf heeft toegepast en dat er geen reden is om de beslissing van het hof te herzien. De belangen van de zoon worden voldoende beschermd met de lopende ondertoezichtstelling, en het is niet noodzakelijk om hem uit huis te plaatsen. De beschikking van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken op 27 juni 2008.