ECLI:NL:HR:2008:BD3692
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- A.J.A. van Dorst
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van strafoplegging wegens onbegrijpelijke motivering door het Hof
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 september 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte was eerder veroordeeld voor overtredingen van artikel 30 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (WAM). De Hoge Raad oordeelde dat de strafmotivering van het Hof onbegrijpelijk was, omdat het Hof had gesteld dat eerdere veroordelingen van de verdachte niet hadden geleid tot het plegen van het feit in kwestie, terwijl deze veroordelingen na het bewezenverklaarde feit waren uitgesproken. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar alleen wat betreft de strafoplegging, en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof voor herbehandeling van de straf. De Hoge Raad verwerpt het beroep voor het overige, wat betekent dat de andere aspecten van de uitspraak van het Hof in stand blijven. De zaak betreft een belangrijke overweging over de motivering van straffen en de relevantie van eerdere veroordelingen in de beoordeling van de huidige zaak.