ECLI:NL:HR:2008:BD3439
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- B.C. de Savornin Lohman
- J.W. Ilsink
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtsgeldigheid van een proces-verbaal van politie in het kader van snelheidsmeting met een lasergun
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 juni 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem. De verdachte was veroordeeld voor het overschrijden van de maximumsnelheid met meer dan 30 kilometer per uur op 29 juli 2005 te Ede. De Hoge Raad beoordeelde de rechtsgeldigheid van het proces-verbaal van politie dat was opgemaakt door verbalisanten, waarbij de verdachte aanvoerde dat de meting met de lasergun niet op de juiste wijze was uitgevoerd. Het Hof had geoordeeld dat het relaas van verbalisant X, die de meting had waargenomen, ook de waarnemingen van verbalisant Y, de bedienaar van de lasergun, omvatte. De Hoge Raad oordeelde dat dit oordeel niet onbegrijpelijk was, gezien de inhoud van het relaas van verbalisant X. Daarnaast herhaalde de Hoge Raad de vereisten die aan een proces-verbaal worden gesteld volgens artikel 153 van het Wetboek van Strafvordering. Aangezien het proces-verbaal in deze zaak niet was ondertekend, voldeed het niet aan de wettelijke vereisten, maar kon het wel als geschrift worden aangemerkt in de zin van artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5º van het Wetboek van Strafvordering. De Hoge Raad verwierp het beroep van de verdachte, omdat geen van de middelen tot cassatie kon leiden.