ECLI:NL:HR:2008:BD2985
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van arrest in geschil over optiecontract en precontractuele verbintenissen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 juli 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen [eiseres] en de Gemeente Alblasserdam. De zaak betreft een geschil over een optiecontract waarbij [eiseres] de Gemeente had gedagvaard voor de rechtbank Dordrecht, met de eis om een schadevergoeding van € 164.694,99 te betalen wegens niet-nakoming van precontractuele verbintenissen. De rechtbank had de vordering van [eiseres] afgewezen, en het gerechtshof te 's-Gravenhage bekrachtigde dit vonnis in een arrest van 2 november 2006. [Eiseres] stelde dat de Gemeente onjuiste informatie had verstrekt over de noodzaak van een bouwvergunning voor het lichten van de optie, wat haar had doen besluiten een tweede optiecontract te sluiten onder ongunstiger voorwaarden.
De Hoge Raad oordeelde dat het hof niet voldoende gemotiveerd had beslist over het verwijt van [eiseres] dat de Gemeente haar op het verkeerde been had gezet. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het hof en verwees de zaak naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelde dat de Gemeente in de kosten van het geding in cassatie werd veroordeeld, met een specificatie van de kosten aan de zijde van [eiseres]. Dit arrest benadrukt de noodzaak van duidelijke communicatie en de gevolgen van onjuiste informatie in contractuele relaties, vooral in het kader van precontractuele verbintenissen.