ECLI:NL:HR:2008:BD2745
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- A.J.A. van Dorst
- W.A.M. van Schendel
- J.W. Ilsink
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen arrest Gerechtshof Leeuwarden inzake schending rechtsregels
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden, gedateerd 4 september 2006, in de strafzaak tegen een verdachte geboren in 1969. Het beroep is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door mr. L.H.W.M. Koenen, advocaat te Lisse. De advocaat heeft middelen van cassatie voorgesteld, die zijn mondeling toegelicht. Een aanvulling op de schriftuur is echter te laat ingediend, waardoor de Hoge Raad hier geen acht op kan slaan. De Advocaat-Generaal Schipper heeft geconcludeerd dat het beroep verworpen moet worden.
De Hoge Raad heeft de middelen van cassatie beoordeeld. Voor onderzoek door de cassatierechter komen alleen middelen in aanmerking die voldoen aan de wettelijke vereisten. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die als middel één en twee zijn aangeduid, niet voldoen aan de vereisten voor cassatie. Deze klachten blijven daarom onbesproken. Het derde middel kan evenmin tot cassatie leiden, omdat het niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk komt de Hoge Raad tot de slotsom dat het beroep verworpen moet worden, omdat er geen gronden zijn voor vernietiging van de bestreden uitspraak. Het arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, samen met de raadsheren A.J.A. van Dorst, W.A.M. van Schendel, J.W. Ilsink en H.A.G. Splinter-van Kan, en is uitgesproken op 24 juni 2008.