ECLI:NL:HR:2008:BD2710

Hoge Raad

Datum uitspraak
27 juni 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
R07/114HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Echtscheiding en gevolgen van mediationovereenkomst

In deze zaak verzoekt de vrouw, met een op 1 september 2005 ingediend verzoekschrift, de rechtbank Breda om echtscheiding. De man heeft het verzoek bestreden. De rechtbank heeft op 21 juni 2006 de echtscheiding uitgesproken. De man heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 13 maart 2007 de beschikking van de rechtbank heeft bekrachtigd. De man heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze beschikking van het hof. De vrouw heeft geen verweerschrift ingediend. De Advocaat-Generaal L. Strikwerda heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de klachten die in de cassatie zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, wat inhoudt dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van de man dan ook verworpen.

Deze beschikking is gegeven door de raadsheren P.C. Kop, als voorzitter, O. de Savornin Lohman en F.B. Bakels, en is openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann op 27 juni 2008.

Uitspraak

27 juni 2008
Eerste Kamer
Rek.nr. R07/114HR
RM/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[De man],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
[De vrouw],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de man en de vrouw.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 1 september 2005 ter griffie van de rechtbank Breda ingediend verzoekschrift heeft de vrouw zich gewend tot die rechtbank en verzocht, kort gezegd, tussen partijen echtscheiding uit te spreken.
De man heeft het verzoek bestreden.
De rechtbank heeft bij beschikking van 21 juni 2006 tussen partijen echtscheiding uitgesproken.
Tegen deze beschikking heeft de man hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.
Bij beschikking van 13 maart 2007 heeft het hof de beschikking van de rechtbank bekrachtigd.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft de man beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De vrouw heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren P.C. Kop, als voorzitter, O. de Savornin Lohman en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 27 juni 2008.