ECLI:NL:HR:2008:BD2416

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 juli 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
C07/063HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over octrooirecht en geschil omtrent octrooi-rechten

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om een geschil over het recht op een octrooi. Eiser 1 en eiseres 2, vertegenwoordigd door hun advocaat, hebben in cassatie beroep ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage. Dit arrest volgde op een vonnis van de rechtbank Rotterdam, waarin de vorderingen van de eisers in conventie en in reconventie werden afgewezen. De eisers hebben de rechtbank gedagvaard, waarbij zij vorderden dat werd verklaard dat zij gerechtigd waren tot het octrooi en dat ISDS hen geen vordering kon ontzeggen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de eisers niet gerechtigd waren tot het octrooi en dat ISDS het recht had om het octrooi over te dragen aan ITM Tunnelbouw. Het gerechtshof bekrachtigde dit vonnis, waarna de eisers in cassatie gingen. De Hoge Raad heeft de klachten van de eisers beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van ISDS op nihil zijn begroot. De uitspraak is gedaan op 11 juli 2008 en is openbaar uitgesproken door raadsheer W.D.H. Asser.

Uitspraak

11 juli 2008
Eerste Kamer
Nr. C07/063HR
IV/IS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [Eiser 1],
wonende te [woonplaats],
2. [Eiseres 2],
gevestigd te [vestigingsplaats],
EISERS tot cassatie,
advocaat: aanvankelijk mr. T.F.E. Tjong Tjin Tai, thans mr. M.E.M.G. Peletier,
t e g e n
STICHTING ISDS,
gevestigd te Rotterdam,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] c.s. en ISDS.
1. Het geding in feitelijke instanties
ISDS heeft bij exploot van 22 december 2003 (onder meer) [eiser] c.s. gedagvaard voor de rechtbank Rotterdam en gevorderd dat de rechtbank voor recht verklaart dat (1) [eiser] c.s. nimmer gerechtigd zijn geweest tot het in het lichaam der dagvaarding omschreven octrooi; (2) ISDS gerechtigd was het octrooi over te dragen aan ITM Tunnelbouw en (3) [eiser] c.s. ter zake van het in het lichaam der dagvaarding omschreven geschil geen vordering hebben op ISDS en/of ITM.
Cats c.s. hebben de vorderingen bestreden en in reconventie gevorderd, kort gezegd, ISDS te veroordelen tot betaling van € 283.612,58.
De rechtbank heeft bij vonnis van 21 december 2005 de vorderingen in conventie en in reconventie afgewezen. De vorderingen in conventie spelen in cassatie geen rol meer.
Tegen dit vonnis voor zover in reconventie gewezen hebben [eiser] c.s. hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.
Bij arrest van 9 november 2006 heeft het hof het vonnis van de rechtbank bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof hebben [eiser] c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen ISDS is verstek verleend.
De zaak is voor [eiser] c.s. toegelicht door hun advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [eiser] c.s. heeft bij brief van 6 juni 2008 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van ISDS begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer W.D.H. Asser op 11 juli 2008.