ECLI:NL:HR:2008:BD2403

Hoge Raad

Datum uitspraak
27 juni 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
C07/022HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg van een optieovereenkomst in het overeenkomstenrecht

In deze zaak heeft [eiser] de Gemeente Haarlemmermeer gedagvaard voor de rechtbank te Haarlem, waarbij hij vorderde dat de Gemeente zou worden verklaard in strijd te hebben gehandeld met de maatschappelijke betamelijkheid, redelijkheid en billijkheid, of de contractuele goede trouw. Tevens vorderde hij schadevergoeding, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet. De rechtbank heeft op 23 februari 2005 de vordering van [eiser] afgewezen. Hierop heeft [eiser] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 24 augustus 2006 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen dit arrest heeft [eiser] cassatie ingesteld. De Gemeente heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De zaak is behandeld door de Hoge Raad, waarbij de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft op 27 juni 2008 het cassatieberoep verworpen en [eiser] in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op € 367,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten in het middel niet tot cassatie konden leiden, en dat nadere motivering niet nodig was, gezien artikel 81 RO.

Uitspraak

27 juni 2008
Eerste Kamer
Nr. C07/022HR
EV/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
GEMEENTE HAARLEMMERMEER,
zetelende te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. J. de Bie Leuveling Tjeenk.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en de Gemeente.
1. Het geding in feitelijke instanties
[Eiser] heeft bij exploot van 11 juni 2004 de Gemeente gedagvaard voor de rechtbank te Haarlem en gevorderd, kort gezegd, te verklaren voor recht dat de Gemeente jegens [eiser] heeft gehandeld in strijd met de maatschappelijke betamelijkheid, dan wel de redelijkheid en billijkheid, of de contractuele goede trouw, althans dat de Gemeente zich schuldig heeft gemaakt aan een onrechtmatige daad. Daarnaast heeft [eiser] gevorderd dat de Gemeente de door hem geleden schade, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, zal vergoeden met rente en kosten.
De Gemeente heeft de vordering bestreden.
De rechtbank heeft, na comparitie van partijen, bij eindvonnis van 23 februari 2005 de vordering afgewezen.
Tegen het eindvonnis heeft [eiser] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.
Bij arrest van 24 augustus 2006 heeft het hof het bestreden vonnis van de rechtbank bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Gemeente heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor de Gemeente mede door mr. D. Vlasblom, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Gemeente begroot op € 367,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren P.C. Kop, als voorzitter, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 27 juni 2008.