ECLI:NL:HR:2008:BD2004
Hoge Raad
- Cassatie
- P.C. Kop
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Tussentijdse beëindiging van schuldsaneringsregeling wegens niet nakomen van verplichtingen
In deze zaak gaat het om de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van verzoeker, die op 4 juli 2005 door de rechtbank Zwolle-Lelystad was uitgesproken. De bewindvoerder van verzoeker heeft op 15 november 2006 een verzoek ingediend bij de rechter-commissaris om de schuldsanering voor te dragen voor tussentijdse beëindiging. De rechter-commissaris heeft dit verzoek gehonoreerd, waarna de Rechtbank op 15 februari 2007 de toepassing van de schuldsanering heeft beëindigd. Verzoeker heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem, dat op 15 mei 2007 het vonnis heeft bekrachtigd. Hierna heeft verzoeker cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof. De Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep op basis van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 20 juni 2008 geoordeeld dat de klachten in de middelen niet tot cassatie kunnen leiden, en dat nadere motivering niet nodig is omdat de klachten geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling oproepen. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, en het arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.