ECLI:NL:HR:2008:BD1849
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- A. Hammerstein
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Vordering tot schadevergoeding wegens te late oplevering van een kassencomplex en de gevolgen van het ontbreken van een bouwvergunning
In deze zaak gaat het om een vordering tot schadevergoeding die is ingesteld door Stichting Tuinbouw Ontwikkeling Friesland (hierna: TOF) tegen een verweerster in cassatie, die betrokken was bij de bouw van een kassencomplex. TOF had een overeenkomst gesloten met de verweerster voor de bouw van dit complex, maar de oplevering van het perceel waarop het complex gebouwd moest worden, was vertraagd. De vertraging was het gevolg van het ontbreken van een bouwvergunning en andere omstandigheden die in de overeenkomst waren verdisconteerd. TOF vorderde een schadevergoeding van de verweerster, omdat zij als gevolg van de vertraging extra kosten had moeten maken.
De rechtbank te Leeuwarden heeft de vordering van TOF in eerste instantie afgewezen, waarna TOF in hoger beroep ging. Het gerechtshof te Leeuwarden heeft in zijn eindarrest van 26 juli 2006 de vordering van TOF toegewezen, maar dit arrest werd door TOF in cassatie aangevochten. De Hoge Raad heeft de arresten van het hof vernietigd en het geding ter verdere behandeling en beslissing verwezen naar het gerechtshof te Arnhem. De Hoge Raad oordeelde dat het hof essentiële stellingen van TOF had genegeerd en dat de hoofdprocedure en de vrijwaringsprocedure als afzonderlijke procedures moesten worden behandeld.
De Hoge Raad heeft ook geoordeeld dat TOF niet kon beroepen op het ontbreken van een bouwvergunning, omdat zij had ingestemd met de bouw op eigen risico. Dit oordeel was gebaseerd op de uitleg van de gedingstukken en de overeenkomst tussen partijen. De Hoge Raad heeft de kosten van het geding in cassatie aan de verweerster opgelegd, die in het ongelijk was gesteld.