ECLI:NL:HR:2008:BD1499
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Geschil tussen broer en zus over vernietiging overeenkomst tot overdracht van economische eigendom van onverdeeld aandeel in voormalige ouderlijke woning
In deze zaak gaat het om een geschil tussen een broer en een zus over de vernietiging van een overeenkomst tot overdracht van de economische eigendom van het onverdeeld aandeel van de zus in de voormalige ouderlijke woning. De eiseres, wonende te [woonplaats], heeft op 3 december 2003 de verweerder gedagvaard voor de rechtbank Utrecht. Zij vorderde, na wijziging van eis, de vernietiging van de op 27 maart 1995 gesloten koopovereenkomst en verzocht de rechtbank om de verdeling van de tussen hen bestaande gemeenschap. De verweerder, wonende te [woonplaats], heeft de vorderingen bestreden en een voorwaardelijke vordering in reconventie ingesteld, die in cassatie geen rol meer speelt.
De rechtbank heeft op 19 mei 2004 een comparitie van partijen gelast en op 8 december 2004 de verweerder in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten. Bij eindvonnis van 10 augustus 2005 heeft de rechtbank de koopovereenkomst vernietigd, de wijze van verdeling vastgesteld en de eiseres gemachtigd om de eigendom over te dragen. De vorderingen in reconventie zijn afgewezen. De verweerder heeft hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 14 september 2006 de vorderingen van de eiseres heeft afgewezen en de vorderingen van de verweerder gedeeltelijk heeft toegewezen.
Tegen dit arrest heeft de eiseres cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft op 13 juni 2008 het beroep verworpen en de kosten van het geding in cassatie gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De in de middelen aangevoerde klachten konden niet tot cassatie leiden, en de Hoge Raad oordeelde dat nadere motivering niet nodig was, gezien artikel 81 RO.