ECLI:NL:HR:2008:BD0686
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- P.C. Kop
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Geschil over misgelopen prijzengeld bij deelname aan televisiequiz
In deze zaak gaat het om een geschil over misgelopen prijzengeld bij deelname aan een televisiequiz. [Eiser] heeft op 1 augustus 2002 Endemol Nederland B.V. gedagvaard voor de rechtbank Amsterdam, waarbij hij vorderde dat Endemol aansprakelijk werd gesteld voor de door hem geleden schade, inclusief rente en kosten. Endemol heeft de vordering bestreden en een vordering in reconventie ingesteld, maar deze laatste speelde in cassatie geen rol meer. De rechtbank heeft op 6 april 2005 het gevorderde afgewezen, waarna [eiser] hoger beroep heeft ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. Het hof heeft op 21 september 2006 het vonnis van de rechtbank bekrachtigd, wat leidde tot het cassatieberoep van [eiser].
In cassatie heeft Endemol geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De zaak is toegelicht door de advocaten van beide partijen, waarbij de conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekte tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft op 13 juni 2008 het beroep verworpen en [eiser] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Endemol zijn begroot op € 367,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelde dat de in het middel aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden, en dat nadere motivering niet nodig was, gezien artikel 81 RO, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.