ECLI:NL:HR:2008:BD0685

Hoge Raad

Datum uitspraak
6 juni 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
C07/125HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheidsrecht; matiging schadevergoeding, eigen schuld, causaal verband

In deze zaak heeft [verweerder] op 15 juli 1999 [eiseres] gedagvaard voor de rechtbank te Amsterdam, waarbij hij een bedrag van € 190.728,75 als voorschot op de geleden schade vorderde, met rente en kosten. [Eiseres] heeft de vordering bestreden, maar de rechtbank heeft bij vonnis van 19 november 2003 de vordering afgewezen. Hierop heeft [verweerder] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. Het hof heeft op 11 januari 2007 het vonnis van de rechtbank vernietigd en [eiseres] veroordeeld tot schadevergoeding, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet. Tegen dit arrest heeft [eiseres] cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld, waarbij de Advocaat-Generaal J. Spier tot verwerping van het beroep heeft geconcludeerd. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op € 371,34 voor verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, konden niet tot cassatie leiden, en de Hoge Raad heeft geoordeeld dat nadere motivering niet nodig was, gezien artikel 81 RO. Het arrest is uitgesproken in het openbaar op 6 juni 2008 door de vice-president en de raadsheren.

Uitspraak

6 juni 2008
Eerste Kamer
Nr. C07/125HR
RM/AG
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiseres], voorheen [A] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. G. Snijders,
t e g e n
[Verweerder],
wonende te [woonplaats], India,
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. J. de Bie Leuveling Tjeenk.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en [verweerder].
1. Het geding in feitelijke instanties
[Verweerder] heeft bij exploot van 15 juli 1999 [eiseres] gedagvaard voor de rechtbank te Amsterdam. Na vermeerdering van eis heeft [verweerder] gevorderd, kort gezegd, [eiseres] te veroordelen aan hem te betalen een bedrag van € 190.728,75 als voorschot op de geleden schade, alsmede nog te lijden schade op te maken bij staat, met rente en kosten.
[Eiseres] heeft de vordering bestreden.
De rechtbank heeft bij vonnis van 19 november 2003 de vordering afgewezen.
Tegen dit vonnis heeft [verweerder] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.
Bij arrest van 11 januari 2007 heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en, opnieuw rechtdoende, [eiseres] veroordeeld aan [verweerder] te vergoeden de door hem geleden en te lijden schade, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerder] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor [verweerder] mede door mr. D. Vlasblom, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op € 371,34 voor verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, A. Hammerstein en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 6 juni 2008.