ECLI:NL:HR:2008:BD0685
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- A. Hammerstein
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheidsrecht; matiging schadevergoeding, eigen schuld, causaal verband
In deze zaak heeft [verweerder] op 15 juli 1999 [eiseres] gedagvaard voor de rechtbank te Amsterdam, waarbij hij een bedrag van € 190.728,75 als voorschot op de geleden schade vorderde, met rente en kosten. [Eiseres] heeft de vordering bestreden, maar de rechtbank heeft bij vonnis van 19 november 2003 de vordering afgewezen. Hierop heeft [verweerder] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. Het hof heeft op 11 januari 2007 het vonnis van de rechtbank vernietigd en [eiseres] veroordeeld tot schadevergoeding, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet. Tegen dit arrest heeft [eiseres] cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld, waarbij de Advocaat-Generaal J. Spier tot verwerping van het beroep heeft geconcludeerd. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op € 371,34 voor verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, konden niet tot cassatie leiden, en de Hoge Raad heeft geoordeeld dat nadere motivering niet nodig was, gezien artikel 81 RO. Het arrest is uitgesproken in het openbaar op 6 juni 2008 door de vice-president en de raadsheren.