ECLI:NL:HR:2008:BD0509
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- F.B. Bakels
- C.A. Streefkerk
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Verhouding tussen wisselovereenkomst en onderliggende rechtsverhouding in het overeenkomstenrecht
In deze zaak gaat het om een geschil tussen de rechtspersoon naar Frans recht, Société Moderne de Textiles Somotex S.A. (hierna: Somotex), en Wiener International SI B.V. (hierna: Wiener). Somotex is in cassatie gegaan tegen een uitspraak van het gerechtshof 's-Hertogenbosch, die hen had veroordeeld tot betaling van een aanzienlijk bedrag aan Wiener. De zaak begon toen Wiener Somotex in 1993 dagvaardde voor de rechtbank Maastricht, waarbij zij onder andere betaling van rente eiste wegens te late betaling van facturen. De rechtbank wees de vordering af, maar het gerechtshof oordeelde in een later arrest dat Somotex moest betalen. Somotex voerde aan dat de betaling via wissels had plaatsgevonden, maar het hof oordeelde dat dit niet voldoende was om de overeengekomen betalingstermijn te negeren.
De Hoge Raad heeft het arrest van het hof vernietigd voor zover het Somotex had veroordeeld tot betaling van € 477.093,26. De Hoge Raad oordeelde dat Somotex tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Wiener een bedrag van € 470.879,10 moest betalen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 13 juli 1993. De Hoge Raad benadrukte dat de onderliggende rechtsverhouding niet teniet gaat door het aanbieden van wissels, en dat de schuldenaar in beginsel mag aannemen dat de schuldeiser instemt met uitstel van de betalingsdatum als de wissel een latere vervaldatum heeft dan de oorspronkelijke overeenkomst. Dit arrest verduidelijkt de juridische relatie tussen wisselovereenkomsten en de onderliggende rechtsverhouding, en bevestigt dat de schuldenaar niet automatisch in verzuim is bij het aanbieden van wissels met een latere vervaldatum.