ECLI:NL:HR:2008:BD0450
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P.J. van Amersfoort
- C.B. Bavinck
- E.N. Punt
- J.A.C.A. Overgaauw
- Rechtspraak.nl
Oordeel inzake brutowinstpercentage onvoldoende gemotiveerd
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 april 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen die aan belanghebbende was opgelegd voor het jaar 2001. Na bezwaar was de aanslag door de Inspecteur verminderd, maar het Hof had het beroep van belanghebbende gegrond verklaard en de uitspraak van de Inspecteur vernietigd. De Staatssecretaris heeft hiertegen cassatie ingesteld.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof onvoldoende gemotiveerd had geoordeeld over het brutowinstpercentage van belanghebbende. De Inspecteur had de administratie van belanghebbende verworpen en de winst gecorrigeerd op basis van een theoretische omzetberekening. Het Hof had echter niet voldoende inzicht gegeven in de herkomst van het door de Inspecteur gehanteerde gemiddelde brutowinstpercentage. De Hoge Raad concludeerde dat het oordeel van het Hof niet naar behoren was gemotiveerd en dat de uitspraak niet in stand kon blijven. De zaak werd verwezen naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling.
De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten, en het verwijzingshof zal beoordelen of belanghebbende recht heeft op een vergoeding voor de kosten van het geding voor het Hof. Dit arrest is gewezen door de vice-president en vier raadsheren, en is openbaar uitgesproken op 25 april 2008.