ECLI:NL:HR:2008:BD0431

Hoge Raad

Datum uitspraak
1 juli 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01183/07
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • G.J.M. Corstens
  • B.C. de Savornin Lohman
  • H.A.G. Splinter-van Kan
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de bewezenverklaring van diefstal van elektriciteit in het kader van een hennepkwekerij

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 juli 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem. De verdachte was eerder door de Politierechter in de Rechtbank te Arnhem veroordeeld voor het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en diefstal van elektriciteit. De Hoge Raad heeft de bewezenverklaring van de diefstal van elektriciteit vernietigd, omdat deze niet voldoende was onderbouwd met de gebezigde bewijsmiddelen. De verdachte had in de periode van 29 september 2004 tot en met 18 november 2004 in Nijmegen een hoeveelheid stroom weggenomen die toebehoorde aan Nuon, maar de Hoge Raad oordeelde dat de bewezenverklaring niet naar de eisen der wet met redenen was omkleed. De zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof te Arnhem voor herbehandeling van het hoger beroep. De Hoge Raad verwierp het beroep voor het overige, wat betekent dat de andere veroordelingen in stand blijven. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige bewijsvoering in strafzaken, vooral wanneer het gaat om ernstige beschuldigingen zoals diefstal.

Uitspraak

1 juli 2008
Strafkamer
nr. 01183/07
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 15 augustus 2006, nummer 21/000883-05, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1958, wonende te [woonplaats].
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep - met vernietiging van een vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Arnhem van 22 februari 2005 - de verdachte ter zake van 1. "medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod" en 2. "diefstal" veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van veertien weken.
2. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. H.E.G. Peters, advocaat te Geleen, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De waarnemend Advocaat-Generaal Bleichrodt heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest wat betreft de beslissingen ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde en de strafoplegging, tot terugwijzing van de zaak naar het Hof teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan en tot verwerping van het beroep voor het overige.
3. Beoordeling van het eerste middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beoordeling van het tweede middel
4.1. Het middel behelst de klacht dat het onder 2 bewezenverklaarde niet uit de gebezigde bewijsmiddelen kan worden afgeleid.
4.2. Ten laste van de verdachte is onder 2 bewezenverklaard dat:
"hij in de periode van 29 september 2004 tot en met 18 november 2004 te Nijmegen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid stroom, toebehorende aan Nuon."
4.3. Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
a. de verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep, voor zover inhoudende:
"Ik wist en heb ingestemd met het feit dat in het door mij gehuurde pand aan de [a-straat 1] te [plaats] door een ander of anderen een hennepkwekerij in werking werd gesteld. De woning was gehuurd op initiatief van een derde, met het doel om op zolder een kwekerij in te richten. De woning stond op mijn naam. De huur werd betaald door die derde. Ik heb de sleutel van de woning ontvangen in juni 2004. Men is een aantal weken bezig geweest om de hennepkwekerij te bouwen. De politie is binnengevallen op 18 november 2004. De politie stelde toen vast dat de aanwezige hennepplantjes pas drie weken oud waren. Ik heb de hennepplanten incidenteel verzorgd. Achter de woning stond een waterpomp. Ik heb op verzoek van die anderen de waterpomp bediend door een knop in te drukken. De hennepplantjes op de zolder werden door die handeling van water voorzien. Ik heb gezien en gehoord dat ten behoeve van de hennepkwekerij een stroomkabel van de meterkast naar zolder is aangelegd.
Het is juist dat ik in het verleden al eens eerder terzake een soortgelijk feit als thans tenlastegelegd, door de rechter tot straf ben veroordeeld."
b. een proces-verbaal van politie, opgemaakt door de opsporingsambtenaar [verbalisant 1], voor zover inhoudende als relaas van de verbalisant:
"Naar aanleiding van binnengekomen informatie dat er op de [a-straat 1] te [plaats] een hennepkwekerij zou zijn, is door de politie een onderzoek ingesteld. Ik ben op 18 november 2004, vergezeld van collega's en een medewerker van het elektriciteitsbedrijf Nuon, binnengetreden in bovengenoemde woning. Ik was voorzien van een machtiging tot binnentreden. De voordeur van de woning werd op mijn aanbellen geopend door [verdachte], hierna nader te noemen verdachte. Nadat ik de verdachte ter zake dienende had ingelicht, hebben wij een onderzoek in de woning ingesteld. In de woning werd op de zolderverdieping een ruimte van 4.15 meter bij 4.45 meter aangetroffen. De gehele oppervlakte van deze ruimte was bedekt met zwarte aarde. In deze ruimte troffen wij een (inwerking zijnde) professionele hennepkwekerij met daarin hennepplanten aan. Wij zagen dat er 400 cannabisplanten waren gekweekt. Deze waren drie weken oud. De in de woning aangetroffen cannabisplanten en de daarvoor vatbare apparatuur en voorwerpen zijn door ons inbeslaggenomen. Van de aangetroffen cannabisplanten zijn twee monsters genomen voor nader onderzoek.
Door [betrokkene 1], medewerker van de Nuon, is geconstateerd dat er illegaal stroom werd afgetapt van de hoofdmeter."
c. een proces-verbaal van politie, opgemaakt door de opsporingsambtenaar [verbalisant 2], voor zover inhoudende als relaas van de verbalisant:
"Ik testte op 18 november 2004 de bij [verdachte] inbeslaggenomen en op softdrugs gelijkende stof. Het betrof een hoeveelheid van 400 planten waarvan 2 monsters werden getest met de Narcosetest nummer 9, waarbij een sterk positieve reactie werd geconstateerd.
Uit deze reactie kan worden afgeleid dat de onderzochte substantie hennep bevatte, als vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II."
d. een bij een proces-verbaal van politie gevoegde aangifte, ondertekend door [betrokkene 2], Technisch Administratief Medewerker van NUON, voor zover inhoudende als diens verklaring:
"Namens N.V. Nuon ben ik uit hoofde van mijn functie bevoegd om aangifte te doen bij de politie van diefstal van energie, na verbreking van de verzegeling, uit een woning, gelegen aan de [a-straat 1] te [plaats]. N.V. Continuon Netbeheer transporteert en distribueert energie naar particulieren en bedrijven, waaronder naar de gebruiker van bovengenoemd perceel.
N.V. Continuon Netbeheer heeft vanaf 22 juni 2004 met een persoon, genaamd [verdachte], een contract over transport en distributie van energie naar bovengenoemd perceel.
Op verzoek van de politie te Nijmegen is op 18 november 2004 door een fraudespecialist van Nuon, een onderzoek ingesteld aan de meetinrichting in bovengenoemd perceel. Uit het door Nuon ingestelde onderzoek is gebleken dat er een hennepkwekerij was ingericht in bovengenoemd perceel in de periode van augustus 2004 tot 18 november 2004. De fraudespecialist constateerde dat de zegels van de huisaansluitkas waren verbroken. Na het verwijderen van het deksel van de aansluitkas is geconstateerd dat aan de bovenzijde van de zogenoemde coups een illegale elektriciteitsaansluiting was gemaakt. Deze aansluiting liep buiten de elektriciteitsmeter om naar de hennepplantage en voorzag deze van elektriciteit. Hierdoor werd de afgenomen elektriciteit ten behoeve van de hennepkwekerij niet via de elektriciteitsmeter geregistreerd. Niemand had het recht of de toestemming van N.V. Continuon Netbeheer om het zegel te verbreken of wijziging in de bedrading aan te brengen. Niemand is gerechtigd de elektra, zijnde eigendom van N.V. Continuon Netbeheer op deze wijze weg te nemen en zich toe te eigenen."
4.4. Aangezien de hiervoor onder 4.2 weergegeven bewezenverklaring, voor zover behelzende dat het de verdachte is geweest die een hoeveelheid stroom heeft weggenomen, niet zonder meer kan worden afgeleid uit de gebezigde bewijsmiddelen, is de bewezenverklaring niet naar de eis der wet met redenen omkleed.
4.5. Het middel is derhalve terecht voorgesteld.
5. Slotsom
Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.
6. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 2 tenlastegelegde en de strafoplegging;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Arnhem, opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president G.J.M. Corstens als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven, en uitgesproken op 1 juli 2008.